Heeft u tieners thuis? Grote kans dat het Fortnite is wat de klok slaat. Ik las dat Fortnite met hun laatste game-update alleen al $50 mln dollar had verdiend. Je kunt het spel gratis spelen. Maar als je een beetje mee wilt doen, draagt jouw poppetje een vet uniform of kan-ie een speciaal vreugdedansje. Daar geven mijn jongens hun zakgeld aan uit. Het heeft geen invloed op hun score, het is een soort merkkleding. Voor pubers dus heel belangrijk.
Spelen op de computer deed ik vroeger ook. Frogger. Zo’n apparaatje ter grootte van een rekenmachine. Op een priegel zwart-wit schermpje moest je een kikker naar de overkant van de sloot brengen. Of Donkey Kong. Zelfde verhaal, maar dan met een aap. Mijn ouders vonden dat toen ook verslavend. Maar als ik het nu vergelijk met Fortnite, was dat kinderspel.
Wij hadden alleen het verbreken van de highscore als motivatie om te blijven spelen. Nu met Fortnite lijkt het of er veertig psychologen en gedragswetenschappers zijn afgestudeerd om kleine onderdelen in het spel te bouwen, waardoor kinderen het blijven spelen. Het spel is nooit klaar. Als je een wedstrijd hebt gespeeld, is dat slechts een kraaltje aan een oneindige ketting. Er is geen highscore, alleen de verleiding van de volgende wedstrijd. En dan is er natuurlijk nog het element van groepsdruk.
Het was gisteren lekker weer. Dus ik zei tegen mijn jongste: Ga lekker buiten met je vrienden spelen! Hij keek mij aan alsof ik van een andere planeet kwam. “Dit zijn mijn vrienden”, fluisterde hij met zijn hand over de microfoon van zijn headset. Hij wilde per se voorkomen dat zijn vrienden mijn onnozele opmerking hadden gehoord.
Zou het ook nog ergens goed voor zijn? Dat vroeg ik mij in mijn FD column af. Kunnen we in zulke spellen ook de ultieme voorbereiding op de arbeidsmarkt zien?
Ik heb het game-gedrag van mijn zoons de afgelopen week eens zorgvuldig geobserveerd en zal nu trachten te beargumenteren waarom Fortnite (en soortgelijke games) lang zo slecht nog niet zijn.
In de poppenhoek met poppen spelen; haren borstelen, aankleden; buiten soldaatje spelen; hutten bouwen, spoorzoeken; samen winkeltje spelen, compleet met kassa en muntgeld. Kinderen zijn altijd al bezig geweest met ‘oefenen’ voor later. Spelen heeft niet alleen een educatieve functie – hoe moet dit ongeveer? – maar vooral een sociale functie: hoe doe ik iets met anderen?
In de 21ste eeuw hebben we met andere beroepen te maken dan die van vroeger, zoals naaister, veldsoldaat of grootgrutter. Niet zo vreemd dus dat spelletjes ook met hun tijd meegaan.
Als mijn zoons (11 en 14 jaar) klaar zijn met hun opleiding, zullen ze gaan werken in een wereld waar gebouwen irrelevant zijn. Werken kun je dan op elke plek. Via virtual of augmented reality werk je samen met collega’s aan projecten. Is dat niet precies wat je bij Fortnite leert?
Mijn jongste zoon speelt het spel altijd in teamverband. Met zijn vieren gaan ze dan een bepaalde uitdaging (challenge) aan. Via hun headset bespreken ze de strategie en worden de taken uitgedeeld. Ze kennen elkaars zwakke en sterke punten. Tussendoor gunnen ze elkaar delen van de buit. ‘Hier Lucas, neem jij mijn hersteldrankje maar. Je hebt hem meer nodig dan ik.’
En denk niet dat het oké is als iemand halverwege het spel verlaat, of de kantjes ervan af loopt. Als je te laat komt, doe je gewoon niet mee. De feedback binnen de groep is helder en afspraak is afspraak.
Ik mag hier niet te veel over zeggen, maar het afgelopen weekend hebben ze zelfs een hack ontdekt waarmee ze een extra skin konden downloaden. Ook dat zijn digitale vaardigheden!
Als je het zo bekijkt, wordt dit de droom van elke headhunter en recruiter. De leaderboards van games geven meer inzicht in iemands vaardigheden dan een vluchtig opgesteld Curriculum Vitae. En je spelhistorie van de laatste twee jaar zegt misschien meer over iemands persoonlijkheid dan een Belbin-DISC-Jung-MBTI-achtige psychologische test.
Beetje meer gamen, ouwe!