Groeten uit … de kas

Groeten uit … de kas

Elke zaterdag. Elke zondag. Opstaan om 5 uur ’s ochtends als mijn vrienden net thuis kwamen van het stappen. Gingen zij hun roes uitslapen, dan parkeerde ik mijn fiets bij de kas en ging aan het werk: rozen knippen of anjers pluizen. Zo zagen mijn tienerjaren eruit. Als jonge Westlander was het geen vraag wat voor bijbaan ik zou kiezen. Ik heb heel wat tientjes bij elkaar moeten knippen om het uitgaan, mijn studie en eerste auto te kunnen betalen.

Inmiddels is er veel veranderd. Tuinders hebben te maken gehad met flinke kostenstijgingen en kunnen bijna geen personeel meer vinden om het handwerk in de kas of bedrijfsruimte te doen. Hardwerkende Poolse arbeiders bieden nog uitkomst, maar ook zij worden op een gegeven moment te duur. Vandaar dat er afgelopen jaren flink wordt geïnvesteerd in technologie in de Nederlandse kassen. En net als in elke industrie gaat die innovatie met horten en stoten. Je kunt niet verwachten dat er van de ene op de andere dag een robot met een vlijmscherpe schaar kris-kras door het warenhuis raast. 

Oogstassistent

De eerste stap is beeldherkenning. Ofwel: kunnen we een systeem bouwen dat soorten rozen kan herkennen en ook weet wanneer deze het best geoogst kunnen worden? Die vraag stond centraal toen ik onlangs weer eens in de kas kwam. Het bedrijf Gearbox uit Maasdijk demonstreerde hun oplossing. In plaats dat ik zelf door de rozen moest lopen, kon ik op een karretje stappen dat mij langs de rozen vervoerde. Boven mij bevond zich een camera die was aangesloten op beeldherkenningssoftware. Door middel van machine learning was deze software getraind om rijpe rozen te onderscheiden van nog niet rijpe rozen. De camera keek dus vooruit en liet het karretje alleen stoppen op de plekken waar daadwerkelijk te oogsten viel. Ja, het knippen moest ik zelf nog doen. Welke rozen ik moest knippen, was geen vraag meer. Een laser wees ze voor me aan. Dit scheelde een hoop getwijfel van mijn kant en als ik toch eigenwijs wilde zijn, kon ik het karretje handmatig terugrijden. 

De eigenaar van de kas was erg blij met dit slimme karretje. Hij noemde het een ‘oogst assistent’ die ervoor zorgde dat zijn mensen kwalitatief beter knipten. Hij kon namelijk zelf de laser instellen of er die dag iets rijper of juist groener geoogst moet worden. Met wisselende dagprijzen kon zoiets een hoop geld opleveren. Bijkomend voordeel is natuurlijk dat de oogstassistent ook een geheugen heeft. Laat hem een paar maanden data verzamelen en de tuinder heeft een goed beeld van welke stukken van zijn kas aandacht nodig hebben wanneer het over licht, voeding, CO2 of gewasbescherming gaat.

Insecten killer

Over dat laatste gesproken. Het is nu nauwelijks voor te stellen, maar in mijn tijd werd er nog gespoten in de kas; een eufemisme voor het toepassen van chemische bestrijdingsmiddelen in de strijd tegen spint en ander ongedierte. Het was soms rennen voor ons (de weekendploeg) om op tijd de kas uit te zijn als de meneer met het masker zijn vloeibare vlammenwerper aanzette. Ook op dat vlak is er veel veranderd. Tuinders zijn overgestapt op biologische gewasbestrijding of experimenteren met mechanische oplossingen.

Een voorbeeld daarvan is Pats, een technologie spin-off van de TUDelft. Als je het mij vraagt hebben we hier te maken met een idee van wereldklasse, inclusief schaalbaar business model dat de potentie heeft om de Tesla van de tuinbouw te  worden. Ook zij maken gebruik van beeldherkenning. Door een aantal van hun kastjes op te hangen krijgt de tuinder inzicht in hoeveel nachtelijke insecten er actief zijn. Denk hierbij aan de Opogona mot, ook wel de bananenboorder. Overdag zie je ze niet, maar als hun eitjes uitkomen richten de larven veel schade aan. De kastjes van Pats zijn uitgericht met infrarood zodat ze precies kunnen vertellen waar de meeste motten zich bevinden. 

En dan komt oplossing twee om de hoek kijken: de kastjes van Pats zijn eigenlijk lanceerplatformen voor mini drones! Zodra een mot is gespot, kan zo’n mechanische vleermuis uit zichzelf de kas invliegen om de mot te vermorzelen met zijn propellers. De mot valt in duizenden stukjes naar beneden en de drone keert voldaan en tevreden terug naar zijn lanceerplatform. Misschien niet insectvriendelijk maar wel heel duurzaam!