De luizenmanager

Als heel Nederland op zondag afstemt op NPO3, kan ik niet achterblijven om er een Zuidas-variant van te maken.

Het is 8 uur ’s-ochtends als Anton de parkeergarage binnenrijdt. Hij was in een slechte bui. Het was druk geweest op de ring en tot overmaat van ramp haperde de slagboom. Uitgerekend bij hem! Het was pijnlijk om te zien hoe de auto’s bij de andere slagboom wel naar binnen werden gelaten. Twintig keer had hij op het knopje van de intercom gedrukt, voordat hij eindelijk een krakende stem hoorde

“Beveiliging”, klonk het in plat Amsterdams. “Ik ben het: Anton. Van De Vies en Company. Waarom gaat die slagboom niet gewoon open zoals altijd?” De intercom liet een zachte ruis horen. “Dat weet ik niet meneer. Het gaat op kentekenherkenning.” Toen pas viel het kwartje bij Anton. “Oh, dat is het. Ik heb een nieuwe auto. Zo’n Tesla weet je wel. Is goed voor ons groene imago.” De intercom zuchtte. “Nou, ik laat u door. Maar boven wel uw kenteken doorgeven, anders moet u de volgende keer gewoon een kaartje trekken.”

Eindelijk! De slagboom ging open en Anton stuurde zijn gloednieuwe auto de garage in. Hij reed naar -2 en zag tot zijn blijdschap een vrije plek bij de elektrische auto’s! Fantastisch, en nog dichterbij de lift dan de gereserveerde plekken van zijn firma. Geen tijd om die stekker aan te sluiten, dat komt een andere keer wel weer. Hij had haast. Er was vanmorgen een belangrijke meeting ingepland en hij had er zelf op gehamerd dat die om 8.15u zou plaatsvinden.

In de lift keek hij op zijn telefoon. Vier gemiste oproepen! Nu al? Zie je wel, allemaal van Ank. De fanatieke marketingmanager was nou precies de reden dat hij de meeting zo vroeg had gepland. Om die tijd zou Ank nog op het schoolplein staan en zou hij niet al te veel tegengas krijgen bij de presentatie van zijn plannen.

Hij liep snel door de gangen van de veertiende etage. Bij de ingang stond Nancy hem al op te wachten. “Goedemorgen, Anton. Ik heb kamer 14.2 voor jullie gereserveerd.” Ze gaf hem zijn dagelijkse mapje. Nancy beheerde zijn inbox en printte de belangrijkste e-mail altijd voor hem uit. Zijn aantekeningen gebruikte ze vervolgens om de verzender weer te antwoorden.

“Fijn, Nancy. Dank je wel. Volkert al zien? Oh, daar is-ie.” Anton liep naar het koffieapparaat en sloeg zijn IT-directeur op de schouders. “Zit je nu al aan de espresso? Ik vind jou echt meer een type voor i-thee!” Volkert haalde zijn schouders op en liep in de richting van de vergaderzaal.

“Goed, goed. Fijn. Ga allemaal zitten. Nancy, maak jij de notulen?” Anton ging aan het hoofd van de tafel zitten en zag tot zijn genoegen dat het hele managementteam aanwezig was. Voordat hij de vergadering kon openen, klonk een vrouwenstem door de ruimte. “Hallo! Allemaal.” Anton keek verbaasd achter zich op het grote LCD scherm. “Ank? Ben jij dat?” “Ja, we zijn een IT-bedrijf. Vergaderen via Facetime moet wel lukken, toch?”

Anton glimlachte naar zijn team. “Ja, natuurlijk. Ank. Wat fijn dat je er bent.”