Wat is attentiorexia?

Wat is attentiorexia?

Sinds mijn onderzoek naar de relatie tussen welzijn en internetgebruik, word ik regelmatig geïnterviewd over infobesistas. NRC noemde het zelfs één van de woorden die 2010 kenmerkten.

Wat ik eronder versta is de constatering dat internetten -net als eten- heel fijn kan zijn, maar dat de mens net zo gemakkelijk door kan slaan in de hoeveelheid eten als de hoeveelheid digitale informatie die hij/zij consumeert. Anders gezegd:

Obesitas is vetzucht.
Infobesitas is een zucht naar verbondendheid en honger naar informatie.

Een misverstand is dat dit een ‘ziekte’ zou zijn die op de jeugd van toepassing is. Mijn stelling is juist dat zij er geen last van hebben en dat alleen wij (de dertigplussers) erover klagen.

Het toverwoord hier is projectie. De dertigplussers projecteren hun problemen met digitale communicatie op de jongere generaties. Dat komt omdat die dertigers in fysieke objecten denken. Toen zij op de arbeidsmarkt kwamen was post nog fysiek. Dat wil zeggen: het kwam twee keer per dag op je bureau binnen in de vorm van enveloppen en pakketjes. Als de stapel te hoog werd, kreeg je simpel gezegd een assistent.

Vandaag de dag is post digitaal, we noemen het e-mail of social media clutter. Niemand weet hoe hoog de stapel is en niemand zal op idee komen om je een assistant toe te wijzen. Omdat de dertigplussers nog denken in fysieke objecten ervaren zij daarom een gevoel van information overload. De jeugd denkt per definitie digitaal, zij weten niet eens dat je een postzegel behoefde te likken. Ze denken dat je “klikken” bedoelde.

Zij snappen dat je informatie niet in je hoofd of op je bureaublad moet forceren, maar dat je het in “the cloud” moet laten. Het zweeft gewoon in de lucht en als je het nodig hebt gebruik je één van de tools om het naar beneden te halen. Die tools zijn onder meer free search, recommendations en serendipiteit. Hun netwerk fungeert als filter.

Van infobesitas naar attentiorexia
Bedrijven denken dat ze zenden maar in werkelijkheid wordt hun boodschap zeer zelden verspreid binnen zo’n vriendennetwerk waardoor die boodschap nauwelijks aankomt.

Volgens mij is er geen sprake van een probleem met informatie, maar een probleem met aandacht. We lijden niet aan een informatie-stoornis, wel aan een aandachts-stoornis.

Geld was de valuta van de oude economie, aandacht is de valuta van de nieuwe economie. Sommige bedrijven hebben dit spel onder de knie en verdienen er miljarden mee. “We staan allen op de loonlijst van Google maar niemand krijgt betaald.” Elke zoekopdracht, elke klik, zelfs elke kilometer die je rijdt met je Android telefoon, wordt geregistreerd door Google. Al die data gebruiken zij weer om ons betere producten te geven. Aandacht en privacy zijn onze nieuwe valuta.

Consumenten hebben steeds meer moeite om hun aandacht te verdelen. Een gesprek voeren is al lastig wanneer de twee gesprekspartners een telefoontje bij zich dragen. Je werk doen (singletasken) wordt lastiger naarmate je meer computerprogramma’s of websites ‘open’ (multi-tasken) hebt staan. Vergeet infobesitas, en pas op voor attentiorexia.

Ik spreek bewust over de aandachts-economie. Economie gaat over vraag en aanbod. Bedrijven krijgen te weinig aandacht en de consument krijgt in die zin steeds meer macht. Zodra de consument zijn slachtofferrol verlaat en aandacht inzet als valuta zullen bedrijven zich vanzelf genoodzaakt voelen om aandacht (geven) op te nemen in hun business model.